Home
![]() |
![]() |
![]() |
Download details |
![]() |
||||||||||||||
Jona als profeet schuldig bevonden (III) Prediking over Jona 1: 7-8 âÂÂVoorts zeiden zij, een ieder tot zijn metgezel: Komt, en laat ons loten werpen, opdat wij mogen weten, om wiens wil ons dit kwaad overkomt. Alzo wierpen zij loten, en het lot viel op Jona. Toen zeiden zij tot hem: Verklaar ons nu, om wiens wil ons dit kwaad overkomt. Wat is uw werk en van waar komt gij? Welk is uw land en van welk volk zijt gij?â |
|
|||||||||||||